De 6 Olympische toestellen
Grond “De acrobaten van het grote vierkant” Zoals bij de meisjes wordt de grondoefening uitgevoerd op een verende vloer van 12 m x 12 m. De gymnasten hebben 50 tot 70 sec. tijd om spectaculaire acrobatie af te wisselen met kracht, lenigheid en evenwicht. Paard met bogen “Rondjes draaien” De oefeningen op dit toestel worden gekenmerkt door kreits- en schaarbewegingen. De bewegingen vormen één vloeiend geheel waarin beheersing en evenwicht bepalende factoren zijn. Ringen “De ultieme kracht” De gymnast voert een reeks voor- en rugwaartse zwaaibewegingen uit die veelal eindigen in krachthoudingen. De ringen worden hierbij volledig onder controle gehouden. Sprong “Een geplande sprong” Na een snelle aanloop van ongeveer 25 meter streeft de gymnast naar een perfecte landing na in zijn vluchtfase één of meerdere salto’s en schroeven uitgevoerd te hebben. Brug met gelijke leggers “Een nooit ophoudende beweging” De gymnast voert houdingen, zwaai- en vluchtelementen uit met wisseling van richting boven en onder de 2 leggers. Rek “Het koninginnen toestel” De oefening, aan dit favoriete toestel voor het publiek, wordt uitgevoerd zonder pauze en bestaat uit spectaculaire reuzenzwaaien, vluchtelementen en greep wisselingen. Als toemaatje wordt een meervoudige salto als afsprong geturnd waarbij sommige gymnasten meer dan 4 meter boven de grond zweven.
Nog niet helemaal thuis in de gymnastiekwereld? Hieronder vind je meer algemene info over het toestelturnen meisjes.
De 4 Olympische toestellen
Nog niet helemaal thuis in de gymnastiekwereld? Hieronder vind je meer algemene info over het toestelturnen meisjes.
Sprong “Als de bliksem” De sprong illustreert de explosiviteit van de turnster. De punten die de jury toekent zijn gebaseerd op de moeilijkheid van de beweging, de houding van het lichaam, de hoogte van de zweeffase en de landing. Brug “In bewondering voor virtuositeit” De brug met ongelijke leggers is ongetwijfeld het meest spectaculaire toestel in de damescompetitie. De gymnasten bewegen zich al zwaaiend van de lage (1.60 m) naar de hoge legger (2.40 m), wisselen daarbij van greep en voeren vluchtdelen en salto’s uit. Balk “De strijd om het evenwicht” Vaak beslist dit toestel van 1.2 m hoog, 10 cm breed en 5 m lang, over winst en verlies. Het is een waar gevecht met de zwaartekracht met daarbij acrobatische sprongen, pirouettes en choreografische onderdelen. Grond “De lichtheid van het bestaan” Op dit toestel kan de gymnaste haar sierlijkheid, persoonlijkheid en techniek ten volle benutten in een combinatie van acrobatie en dans. De oefening wordt uitgevoerd op een verende vloer van 12x 12 m.